Leiden en Fotografie: Israël Kiek en de oorsprong van het ‘kiekje’

Even een ‘kiekje maken’: deze uitdrukking wordt nog steeds veel gebruikt voor het maken van een snelle momentopname. Bijvoorbeeld voor een groepsfoto of een vakantieherinnering. Maar waar komt de uitdrukking eigenlijk vandaan? Bij het horen van het woord ‘kiekje’ leg je waarschijnlijk snel een verband met het werkwoord ‘kijken’. In werkelijkheid is het woord ‘kiekje’ echter een eponiem. Dit betekent dat het herleid kan worden op een persoonsnaam. En in dit geval is dat de naam van de Leidse fotograaf Israël David Kiek (1811-1899). 

Israël Kiek werd in 1811 geboren in Groningen, maar was – na het hebben van veel verschillende baantjes – in ieder geval al rond 1860 als fotograaf actief in Leiden. Dit was niet uniek binnen zijn familie: van de negen kinderen in de familie Kiek werden er vijf fotograaf. De foto’s van Israël Kiek vielen echter op vanwege de spontaniteit in zijn portretten van studenten. 

Vaak werd Kiek in het holst van de nacht uit bed geroepen door studentendisputen. Bonzen op de deur, geschreeuw en gescheld kwamen hier vaak aan te pas. De studenten lieten graag een groepsportret van zichzelf maken wanneer zij veelal dronken van het feesten terugkwamen. Wanneer Kiek dan op zijn pantoffels zijn bed uitkwam, nam hij een vlugge groepsfoto achter zijn huis. De foto’s zijn hierdoor regelmatig onscherp. Kiek hield zelf niet van de studentenfoto’s, en maakte de foto’s vaak met zijn rug naar de aangeschoten studenten toegekeerd. Op een gegeven moment was hij de studenten zelfs zo zat, dat hij een ophaalbruggetje voor zijn huis liet bouwen. Zo hield hij lastige klanten buiten de deur. 

Ondanks de overlast is Kiek voornamelijk beroemd geworden door deze studentenportretten. Destijds waren zulke spontane groepsfoto’s nog uniek. Gebruikelijk waren formele portretfoto’s, gebaseerd op de schilderkunst. Maar de studenten klommen met gemak op het dak of in de dakgoot.  Of zij netjes op een rij stonden, maakte zowel Kiek als de geportretteerden niets uit. 

Vandaag de dag zijn er in Leiden nog veel sporen te vinden van Israël Kiek’s fotografie. Zijn atelier was oorspronkelijk gevestigd aan de overzijde van de Rijnsburgersingel. Dit was een zeer strategische plek: het bevond zich tussen de druk bezochte Sociëteit Amicitia (nu Stadscafé Van der Werff) en de uitspanning Zomerzorg, die zich op de route naar het station bevond. Niet voor niets is het Kiekpad naast het stadscafé naar de fotograaf vernoemd. Sinds 2001 staat hier ook het kiekmonument van Norman Beierle en Hester Keijser. In deze zilveren camera kunnen een aantal ‘kiekjes’ van de fotograaf bekeken kan worden.